-
1 (iemand) onverbloemd de waarheid zeggen
(iemand) onverbloemd de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (iemand) onverbloemd de waarheid zeggen
-
2 iemand brutaalweg de waarheid zeggen
iemand brutaalweg de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand brutaalweg de waarheid zeggen
-
3 iemand ferm de waarheid zeggen
iemand ferm de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ferm de waarheid zeggen
-
4 iemand flinkweg de waarheid zeggen
iemand flinkweg de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand flinkweg de waarheid zeggen
-
5 iemand ongegeneerd de waarheid zeggen
iemand ongegeneerd de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ongegeneerd de waarheid zeggen
-
6 iemand ongezouten de waarheid zeggen
iemand ongezouten de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ongezouten de waarheid zeggen
-
7 iemand onomwonden de waarheid zeggen
iemand onomwonden de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand onomwonden de waarheid zeggen
-
8 iemand openlijk de waarheid zeggen
iemand openlijk de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand openlijk de waarheid zeggen
-
9 iemand ronduit de waarheid zeggen
iemand ronduit de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ronduit de waarheid zeggen
-
10 iemand terdege de waarheid zeggen
iemand terdege de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand terdege de waarheid zeggen
-
11 iemand (flink/ongezouten) de waarheid zeggen
iemand (flink/ongezouten) de waarheid zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (flink/ongezouten) de waarheid zeggen
-
12 waarheid
1 [het ware, echtheid] truth♦voorbeelden:1 de gehele waarheid en niets dan de waarheid zeggen • say the whole truth and nothing but the truthde harde waarheid • the hard truthde naakte/nuchtere waarheid • the bald/naked truthhet is de zuivere waarheid • it's the simple truthde waarheid achterhalen • get at/find out the truthde waarheid gebiedt (mij) te zeggen, dat … • in all honesty I am compelled to say that …niet voor de waarheid durven uitkomen • not dare to tell the truthiemand (flink/ongezouten) de waarheid zeggen • tell someone a few home truthsom (u) de waarheid te zeggen • to be honest (with you), to tell (you) the truthver bezijden de waarheid zijn • be far removed from the truthnaar waarheid antwoorden • answer truthfullyaldus naar waarheid ingevuld • I hereby certify that the above information is correct to the best of my knowledge and beliefde waarheid te kort doen • not be quite truthfulde waarheid ligt in het midden • the truth is/lies (somewhere) in betweenin strijd met de waarheid • contrary to the truthde waarheid geweld aandoen • strain/stretch the truth2 historische waarheden • historical facts/truthsde onverbloemde waarheid • the plain truth/facteen waarheid als een koe • a truism -
13 onverbloemd
♦voorbeelden:1 de onverbloemde waarheid • the plain/unvarnished truthde onverbloemde werkelijkheid • plain reality/fact(s)(iemand) onverbloemd de waarheid zeggen • tell (someone) what's what in no uncertain terms -
14 ronduit
♦voorbeelden:1 het is ronduit belachelijk • absolutely/simply ridiculousiets ronduit ontkennen • flatly deny somethingom het maar ronduit te zeggen • to put it plainly/bluntlyiemand ronduit de waarheid zeggen • tell someone the plain truth -
15 brutaalweg
1 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:iemand brutaalweg de waarheid zeggen • give someone a piece of one's mind -
16 ferm
♦voorbeelden:ferme taal spreken • speak boldly, use hard languageiemand ferm de waarheid zeggen • give someone a piece of one's mind -
17 flinkweg
♦voorbeelden: -
18 ongegeneerd
1 [zonder gêne] unashamed2 [erg, ruw] relentless, unabashed♦voorbeelden:1 ongegeneerd met de benen wijd zitten • unashamedly/brazenly sit with one's legs apartiemand ongegeneerd de waarheid zeggen • tell someone the plain truth -
19 ongezouten
1 [niet gezouten] unsalted♦voorbeelden: -
20 onomwonden
♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Wahrheit — 1. A Wiard klinkt üs an Klaak. (Nordfries.) – Lappenkorb; Firmenich, III, 6, 94. Die Wahrheit klingt wie eine Glocke. Sinn: Sie ist so sicher erkennbar und vernehmbar, wie eine Glocke. Wenn man eine Glocke hört, weiss man sogleich, dass es eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon